Ambities en leefomgeving

We hebben veel ambities om onze gemeente een stapje verder te brengen: mooier, schoner, gezonder en duurzamer. Bij alle stappen die we zetten en alle plannen die we maken houden we rekening met wat we nu hebben. En in het bijzonder met onze milieukwaliteit en onze omgevingsveiligheid. Het Rijk en de Europese Unie vragen dat ook van ons.

De 4 milieubeginselen

Als het om milieu gaat heeft Nederland in de Europese Unie afspraken gemaakt die altijd en voor alle gemeenten gelden. Dit zijn afspraken over de manier waarop we zorgen voor ons milieu. Er zijn 4 regels. Deze regels worden de 4 milieubeginselen genoemd. Onze Omgevingsvisie gaat uit van deze beginselen:

  1. Het voorzorgsbeginsel. Dit betekent dat we activiteiten voorkomen waarvan we verwachten dat ze negatief zijn voor het milieu.
  2. Het beginsel van preventief handelen. We proberen milieuvervuiling zoveel mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat we vooraf maatregelen nemen om een negatief gevolg van een activiteit te voorkomen. Denk aan de inzet van de beste technieken zodat er geen luchtvervuiling ontstaat.
  3. Het beginsel van bestrijding aan de bron. Dit betekent dat we bij een negatief gevolg als eerste kijken of er iets bij of in de directe omgeving van de activiteit zelf kan worden veranderd. Bijvoorbeeld door vuile lucht af te vangen of door geluiddempende maatregelen bij het bedrijf zelf toe te passen.
  4. Het beginsel de vervuiler betaalt. Dit betekent dat degene die de activiteit uitvoert ook moet betalen voor het voorkomen of opruimen van de negatieve gevolgen. Dat is bijvoorbeeld het opruimen van vervuiling of het aanleggen van een wal die het geluid keert bij een woonwijk.

Onze uitgangspunten voor milieukwaliteit

Voor het milieu gelden landelijke en Europese regels. Maar we hebben als gemeente ook de ruimte om daar op onderdelen een eigen lijn in te kiezen. En verschillen te maken waar dat nodig is. Want elk gebied is anders en vraagt maatwerk. Daarom werken we vanuit de volgende uitgangspunten:

  • De kwaliteitseisen die door het Rijk zijn vastgesteld vormen ons het minimale niveau.
  • De milieukwaliteit blijft bij ontwikkelingen behouden en wordt bij voorkeur zelfs verbeterd.
  • We zorgen dat de milieukwaliteit in een gebied aansluit bij de functie van een gebied.
  • We werken vanuit het ‘ja, mits...’-principe. Dat betekent dat we een eigen afweging maken voor milieueisen als daar de ruimte voor is. Want we willen graag ontwikkelingen mogelijk maken.
  • We bieden ruimte om te experimenteren. In die gevallen laten we een plan onder voorwaarden toe. En zullen we de milieukwaliteit steeds in de gaten houden om zo nodig daarna ook bij te stellen.
  • We kiezen bij de verbetering en bescherming van milieukwaliteit bij voorkeur voor een aanpak bij de bron.
  • De vervuiler betaalt en de belanghebbenden betalen mee.

Verschillende onderdelen van milieukwaliteit

Onze milieukwaliteit wordt bepaald door verschillende onderdelen.

Geluid

Soms gaan plannen samen met meer geluid. Bijvoorbeeld omdat er meer verkeer komt. We wegen steeds af wat acceptabel is. Want we willen dat ontwikkelingen mogelijk blijven, maar ook dat inwoners niet te veel hinder ondervinden. In deze afweging betrekken we de plek van de ontwikkeling. In woonwijken en bij scholen willen we weinig geluidshinder. Op bedrijventerreinen en in dorpscentra accepteren we meer lawaai. Ook bij evenementen staan we tijdelijk meer geluid toe. Bij de Eemshaven werken we met geluidsruimte voor bedrijven om zo op de geluidhinder te kunnen sturen. In onze gemeente liggen twee door de provincie aangewezen stiltegebieden: de Wadden (uitgezonderd de vaargeulen) en de randen van het Eems-Dollardgebied. Het gebied ten westen van de provinciale weg Winsum – Groningen is aangewezen als aandachtsgebied voor stilte. In de stiltegebieden willen we het huidige geluidsniveau handhaven en waar mogelijk verbeteren. In aandachtsgebieden biedt de provincie stimulerende maatregelen om het geluidsniveau te verminderen.

Geur

Het Hogeland is een landelijke gemeente. Geurhinder is in onze gemeente vaak verbonden met de veehouderij. In de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) staan landelijk geldende afstanden en normen voor geurhinder van veehouderijen. De gemeente heeft binnen deze wet de mogelijkheid om andere geurnormen en afstanden vast te stellen. Zo kunnen we geurhinder beperken, maar ook ruimte geven aan veehouderijen om zich te ontwikkelen. We kiezen ervoor om vooralsnog de wettelijke normen en afstanden te hanteren. Voor de Eemshaven is apart geurbeleid opgesteld. Daar houden we voorlopig aan vast.

Licht

Vooral voor de natuur is het belangrijk dat het ’s nachts echt donker kan zijn. Het Lauwersmeergebied is mede om die reden aangewezen als Dark Sky Park. Maar ook de Waddenzee is gebaat bij donkerte. Voor ons is duisternis een belangrijke waarde van Het Hogeland. In algemene zin vinden we het belangrijk dat plannen geen overbodige lichtuitstraling mogen meebrengen. In onze visie op openbare verlichting hanteren we het principe ‘niet verlichten, tenzij’. En we stimuleren bestaande bedrijven om hun lichtuitstraling te beperken waar mogelijk. We gebruiken voor de grenswaarden van verlichting de Richtlijn Lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). We bekijken in het kader van onze Omgevingsplannen of we rond onze natuurgebieden aanvullende regels op kunnen nemen die de donkerte daar nog beter beschermen.

Voorbeeld van toepassen van ledverlichting bij de kazerne van Lauwersoog vanwege de status van Dark Sky Park Lauwersmeer. Je ziet de oude situatie en de nieuwe situatie.

Trillingen

Overlast van trillingen is vaak aan de orde bij spoorwegen. Of bij verkeer over bruggen en soms bij tijdelijke werkzaamheden. In Het Hogeland volgen we hiervoor de landelijke regels.

Luchtkwaliteit

De kwaliteit van onze lucht is hier vaak goed. We hechten ook veel waarde aan schone lucht. Onze grote industrie en onze vervoersbewegingen zijn de belangrijkste spelers die invloed hebben op onze luchtkwaliteit. Vanuit onze visie op duurzaamheid werken we aan een schone, circulaire industrie en aan duurzaam en alternatief vervoer.
Voor luchtkwaliteit hanteren we de wettelijke waarden.

Omgevingsveiligheid

Omgevingsveiligheid gaat over het inschatten van risico’s van bijvoorbeeld het vervoer of de opslag van gevaarlijke stoffen. Ook straalpaden, hoogspanningsleidingen en gasleidingen brengen veiligheidsrisico’s met zich mee.
Op dit moment voldoen we aan alle eisen op dit vlak. Dat willen we zo houden. Bij nieuwe plannen gebruiken we de volgende uitgangspunten:

  • Binnen een aandachtsgebied voor veiligheidsrisico’s (brand, explosies, gif) zullen we in principe geen functies toestaan die kwetsbaar zijn bij calamiteiten, zoals een kinderdagverblijf of zorgcentrum. Het gaat om functies waar grote groepen mensen aanwezig zijn die zich niet zelfstandig in veiligheid kunnen brengen.
  • Voor nieuwe risicovolle activiteiten zoeken we ruimte op plekken waar de veiligheidsrisico’s lager zijn.
  • Bij ontwikkelingen rond de energietransitie houden we aandacht voor mogelijke veiligheidsrisico’s.
  • We kiezen voor een hogere bescherming tegen risico’s in woongebieden en dorpscentra.
  • We accepteren een lager niveau van bescherming op bedrijventerreinen.

Bodem en ondergrond

De basis van onze gemeente is gevormd door onze ondergrond. De ondergrond is alles wat zich onder het maaiveld bevindt. Dus:

  • de bodem (klei, veen);
  • het grondwater, en;
  • het bodemleven (beesten en bacteriën).

Verschillende ambities, bijvoorbeeld rond klimaatadaptatie, hebben gevolgen voor de bodem. Wij vinden het belangrijk dat we op een slimme manier gebruik maken van onze bodem. Onze bodem biedt immers ook kansen voor maatschappelijke opgaven. Bijvoorbeeld door het gebruik van bodemwarmte als nieuwe vorm van verwarming voor woningen. We beschermen de bodemwaarden waar dat nodig is en gebruiken daarvoor de wettelijke kaders.

Water

Ons watersysteem is de basis. Water is van waarde voor ons allemaal. Het is een eerste levensbehoefte. Het zorgt voor bedrijvigheid, bevordert welzijn en ontspanning en is belangrijk voor de biodiversiteit. Ook is schoon water van groot belang voor de volksgezondheid. Alle plannen moeten een watertoets doorstaan. Deze toets moet laten zien dat een plan geen negatieve gevolgen heeft voor ons watersysteem. We bekijken of we bij het Omgevingsplan ook een norm op kunnen nemen voor verharding van het perceel. Deze norm geeft dan aan welk deel van een perceel maximaal mag worden verhard. Zo sturen we op voldoende ruimte voor het laten bezinken van het regenwater in de bodem voordat het wordt geborgen en afgevoerd. Samen met waterschap Noorderzijlvest zorgen we dat onze waterhuishouding op orde is. Dat is een taak die voortdurend aandacht vraagt. Want bijvoorbeeld door klimaatverandering zien we ook veranderingen in ons watersysteem. Soms hebben we last van extreme buien, op andere momenten juist veel droogte. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn we als gemeente verantwoordelijk voor de volgende watertaken:

  • Het inzamelen van het afvalwater dat in het bebouwd gebied is geproduceerd;
  • Het inzamelen van het regenwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding;
  • Het beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de bestemming van de grond;
  • Het transporteren van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt;
  • Het beperken van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, de bodem en het grondwater;
  • Het beperken van overlast voor de omgeving (in de brede zin van het woord).

We hebben in ons gemeentelijk water- en rioleringsplan 5 kernthema’s benoemd die extra aandacht vragen.

  1. Kwetsbaarheid en samenwerking. We willen steeds meer samenwerken met andere gemeenten en het waterschap in onze waterketen om onze werkzaamheden te optimaliseren en van elkaars kennis gebruik te maken.
  2. Klimaatadaptatie. We stellen een klimaatagenda op en ontwikkelen een nieuwe werkwijze om plannen te toetsen op klimaatbestendigheid. Bij nieuwe plannen kiezen we er steevast voor om regenwater af te koppelen waar dat kan. Zodat we het regenwater als bron van schoon water weer kunnen benutten. We kiezen voor het vasthouden van het regenwater op de plek waar het valt. Dat is uitgangspunt voor de inrichting van ons openbaar gebied. Daarna maken we plekken waar we het water tijdelijk kunnen bergen (een wadi bijvoorbeeld) en dan pas afvoeren naar sloten en vijvers.
  3. Ketensturing. We willen onze afvalwaterketen optimaliseren.
  4. Waterkwaliteit. We werken aan een robuust en kwalitatief goed watersysteem. Bij nieuwe plannen maken we gebruik van duurzame systemen voor afvalwater en onze gemengde rioolstelsels zullen we stap voor stap vervangen. Waar dat kan koppelen we het regenwater af. Zodat we het regenwater als bron van schoon water weer kunnen benutten.
  5. Duurzaamheid. Met duurzaam waterbeheer zetten we in op natuurlijke processen om de waterkwaliteit zo hoog mogelijk te houden.