Bestuurlijk opdrachtgever: Eltjo Dijkhuis
Ambtelijk opdrachtgever: Jojo Bottema
Opdrachtnemer: Andrew Piso

1. Blik op de toekomst

Het is het jaar 2050. Het zonnetje schijnt en we gaan wandelen bij de Eemshaven om eens terug te blikken op hoe dit gebied zich heeft ontwikkeld sinds 2023. 

Want 2023 was een bepalend jaar. Het was het jaar waarin het kabinet toezegde een ereschuld te willen vereffenen met het aardbevingsgebied. Het was ook het jaar waarin we werkten aan de uitbreiding van de Eemshaven in de Oostpolder. En in datzelfde jaar startten we ook met het programma Eemshaven+; het programma waarbij we de Eemshaven in symbiose met de omgeving gingen ontwikkelen. Een spannende tijd. Gevestigd op onszelf, onze inwoners, onze bedrijven, de rijksoverheid en de provincie. Omdat we zouden samenwerken aan een duurzame ontwikkeling van de kernen en het omliggende gebied. We wilden expliciete aandacht voor de lasten voor het gebied en daar voor de langere termijn iets voor terugdoen. Veel mensen waren sceptisch. En terecht. Tegelijkertijd was er enthousiasme. Kan de verdere ontwikkeling van de Eemshaven nu echt samengaan met de ontwikkeling van de omgeving? 

En nu is het 2050. We zien nog steeds een krachtige Eemshaven. Een spil in de energietransitie voor Noord-Nederland en nationale en internationale energiebron. De uitbreiding van de Oostpolder heeft de Eemshaven als energiehub versterkt en de Eemshaven is daarmee een centraal punt in het energienetwerk van de toekomst geworden. Het gebruik van restwarmte heeft zowel de haven als de omliggende kernen duurzamer gemaakt. We zijn blij dat we zien hoe het omliggende gebied heeft meegeprofiteerd. De dorpen rondom de Eemshaven zijn van het gas af. Als eerste dorpen in Nederland. De huizen zijn optimaal geïsoleerd en energierekeningen zijn fors gedaald. Dat konden we mogelijk maken doordat we duurzame elektriciteit en waterstof aan land moesten brengen. Zo werden Oudeschip en Roodschool voorbeelddorpen voor de rest van Nederland. Er kwam ook een nieuw recreatiegebied; op de Groote Tjariet bij Oudeschip varen inmiddels bootjes. Het gebied is bekend geworden als prettige woonomgeving, met robuuste voorzieningen en zowel lager als middelbaar onderwijs nabij.

We zien om ons heen wat er gebeurt als je oog hebt voor het landschap. De zone tussen de haven en Oudeschip is geworden zoals we dat wilden. Er is groen en er is water, als natuurlijke overlap van bedrijvigheid naar wonen. De Oostpolder is een spraakmakend en duurzaam bedrijventerrein met een goeie mix van bedrijvigheid geworden. Met bedrijven die elkaar versterken. Doordat ze onderling (energie)stromen uitwisselen en dat ook naar de omgeving doen.

De enorme groei van de opwek van duurzame energie in Nederland heeft ons vernieuwing gebracht.

We hebben bestaande bedrijventerreinen vernieuwd en verduurzaamd waardoor er ruimte is ontstaan voor kleinschalige bedrijvigheid gericht op innovatieve toepassingen in onze energiesystemen. En dat allemaal in een mooiere en aangenamere omgeving. Dat was de bedoeling en dat is het geworden.

2. Wat is de context

De Eemshaven is het centrum in de productie van (duurzame) energie. Zo heeft de Eemshaven in de nabije toekomst een belangrijke functie in de waterstofeconomie en de energietransitie van Noord-Nederland.

De eerste ruimtelijke stap voor deze energietransitie en de verduurzaming van de industrie is gezet. Gemeente Het Hogeland heeft samen met provincie Groningen de keuze gemaakt voor de uitbreiding van de Eemshaven in de Oostpolder. Er zijn óók andere ontwikkelingen. De aanlanding van kabels van windparken op zee bijvoorbeeld. En de opwek van duurzame energie via windmolens en zonnepanelen. Ook zijn er inrichtingsvraagstukken voor de waterstofeconomie, bijvoorbeeld over kabels, leidingen, elektrolysers en opslag. Dat geeft de nodige uitdagingen in het omliggende gebied want we willen het omliggend gebied leefbaar en bereikbaar houden. Tegelijkertijd houden we rekening met de al geplande warmtetransitie.

De groei van de Eemshaven brengt lokale, provinciale en nationale ontwikkelingen.

Al die ontwikkelingen willen we in goede banen leiden. Daarom gaan we in een vroeg stadium samenwerken met het Rijk, de provincie, buurgemeenten en andere belangrijke stakeholders. Alleen dan kunnen we toekomstige ontwikkelingen mogelijk maken. Voor de Eemshaven en vooral voor het aangrenzende gebied.

We moeten verstandige ruimtelijke keuzes maken. Dit kunnen we als gemeente Het Hogeland niet alleen. We gaan dan ook op zoek naar samenwerking in de regio. Dat zijn niet alleen overheden zoals onze buurgemeenten en de provincie, maar ook andere direct belanghebbenden in het gebied. We moeten goed zicht blijven houden op alle lopende ontwikkelingen, want de ruimtelijke gevolgen van de energietransitie zijn groot. De rol van de gemeente ook. We gaan scherpe keuzes te maken in wat we wel en niet willen accommoderen en faciliteren. Zo zorgen we ervoor dat de ontwikkelingen in en rondom de Eemshaven een positief effect hebben op de omliggende regio en omgekeerd. Een gedegen integrale gebiedsgerichte aanpak is, gezien de vele ruimtelijke claims voor dit gebied, een absolute must.

Ook het Rijk heeft doelen en belangen bij de ontwikkelingen in de Eemshaven.

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) komt de Eemshaven veelvuldig voor. Het afgelopen jaar was de Eemshaven in beeld voor de aanlanding van LNG en het nationaal traject voor de aanlanding van Wind op Zee (PAWOZ). Dit vraagt om de regie op de openbare ruimte. Hoewel we met de Eemshaven een bijdrage willen leveren aan de uitdagingen waar ons land voor staat, zijn we geen wingewest. Daarom eisen we niet alleen forse investeringen in de omliggende regio, maar ook positieve spin-off van de Eemshaven naar het omliggende gebied. Belangen horen in evenwicht te zijn dus ook de lusten en lasten. 

Eemshaven

  • In de jaren 50 van de vorige eeuw leidde de vondst van zout en aardgas in de provincie Groningen tot de vestiging van een industrieel complex, gespecialiseerd in de basischemie, in Delfzijl. Deze industriële ontwikkeling gaf ook aanzet tot de bouw van de Eemshaven in de toenmalige gemeente Uithuizermeeden (later Eemsmond, nu Het Hogeland).
  • In het jaarverslag van het havenschap op 1967 wordt voor het eerst gewag gemaakt van de Eemshaven. Als geestelijke vader van het plan om de toekomstige Eemshaven daar te situeren waar die nu ligt, kunnen de Groninger waterstaatkundigen ir. J. van Veen en ir. N. Nanninga worden beschouwd.
  • In 1976 kwam de eerste ‘klant’ naar de Eemshaven: AG Ems nam het terreintje en een steiger in gebruik langs het Doekegatkanaal voor het passagiersvervoer van en naar het Duitse eiland Borkum.
  • Nadat er verder zo’n 30 jaar lang niet of nauwelijks iets van grond kwam, kwam de Eemshaven pas deze eeuw echt tot wasdom. Inmiddels heeft de haven een enorme ontwikkeling doorgemaakt en zijn er vele bedrijven uit verschillende branches gevestigd.

Bron: eemshaven50jaar.nl/

3. Onze visie, ambitie en doelen

De welvaart in het gebied is structureel toegenomen. Mensen wonen nog steeds graag in het omliggende gebied, kunnen er recreëren en voorzieningen zijn dichtbij.

Dit hebben we bereikt door actief in te zetten op verbeteringen in de woon-, leef- en werkomgeving. De Eemshaven heeft zich verder ontwikkeld tot energiehaven van internationale betekenis en heeft een duidelijk ontwikkelperspectief gekregen. Dorpen hebben ‘geprofiteerd’ van de ontwikkelingen in de Eemshaven doordat ze onderdeel zijn geworden van de verdere havenontwikkeling. De landschappelijke inpassing van alle activiteiten heeft de ruimtelijke kwaliteit verhoogd. Mensen voelen zich gehoord en gezien. Ze voelen zich veilig en zijn trots op hun leefomgeving.

Hoe gaan we dit bereiken?

Het meerjarenprogramma Eemshaven+ wordt een innovatieve ontwikkeling waarin we samen met inwoners, ondernemers, buurgemeente, Rijk en provincie werken aan de ontwikkeling van de Eemshaven en het omliggende gebied. Hiermee hebben we meetbare stappen gezet op het gebied van brede welvaart. Het programma geeft daarnaast vorm aan de energietransitie, waarin we kiezen voor duurzame en innovatieve inpassingen in het gebied. 

4. Waarom een meerjarenprogramma?

In en om de Eemshaven willen we de juiste ruimtelijke keuzes maken. Dat kan alleen als we alle ontwikkelingen integraal aanpakken. Voor de komende jaren zien we de volgende kansen.

Positieve invloed

De ontwikkelingen rondom de energietransitie hebben een positieve invloed op de ontwikkeling van het gebied en de hele gemeente.

Beschikbare middelen

We benutten beschikbare middelen beter bij een integrale aanpak. Daarbij gaat het om middelen als het Just Transition Fund (JFT), gebiedsinvesteringen in het kader van de aanlanding van Wind op Zee en het Nationaal Programma Groningen (NPG).

Nieuwe werkgelegenheid

We blijven het huidige arbeidsmarktpotentieel benutten en behouden en zetten dat in voor nieuwe werkgelegenheid.

Aantrekkelijker en meer leefbaar

De omgeving wordt aantrekkelijker en leefbaarder door de ontwikkeling van de Eemshaven.

5. De doelen in samenhang

We benoemen de strategische doelen richting 2035. Per strategisch doel formuleren we een doelen/inspanningen netwerk. Voor de korte termijn (2024) beschrijven we welke activiteiten nodig zijn als eerste stap richting de realisatie van die doelen. Waar nodig zijn de doelen in de bijlagen bij het raadsbesluit van 13 december 2023 nader toegelicht.

De samenhang: Doelen - Inspanningen - Netwerk

De brede welvaart in het gebied is structureel toegenomen. Dit hebben we bereikt door actief in te zetten op verbeteringen in de woon- en leefomgeving. De Eemshaven heeft zich verder ontwikkeld tot energiehaven van internationale betekenis en heeft een duidelijk ontwikkelperspectief gekregen. Dorpen hebben ‘geprofiteerd’ van de ontwikkelingen in de Eemshaven en hebben zich ‘geprofileerd’ als integraal onderdeel van de havenontwikkeling. Er is een sterke verwevenheid ontstaan tussen de haven en het omliggende gebied, waarbij de landschappelijke inpassing van alle activiteiten heeft geleid tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Mensen voelen zich weer veilig en zijn trots op hun leefomgeving.

Strategische doelen

  • Eemshaven (inclusief gebied Oostpolder)
    • Verdere ontwikkeling van de Eemshaven als (duurzame) energiehub. In 2030 is de Eemshaven dé energy-poort van Nederland. In 2050 is de Eemshaven een van de energypoorten van Europa. Dit alles in symbiose met de directe leefomgeving.
  • Spin-off naar de omgeving/gebied
    • De ontwikkeling van de haven heeft zichtbaar meer positieve effect op het gebied => brede welvaartniveau neemt gemiddeld genomen toe.
  • Gezonde kernen in het gebied
    • Meer toekomstbestendige, leefbare woonkernen waar de inwoners tevreden en trots op zijn.

Onze strategie 

Samenwerking in en met het netwerk (overheden - bewoners - bedrijven - maatschappelijke partners) en binnen de gemeentelijke organisatie. Betere en vroegtijdige samenwerking in de regio (medeoverheden, onderwijs, bewoners, arbeidsmarkt, bedrijven). Steeds de passende rol als gemeente pakken.

Onze speerpunten zijn ambitieus en realistisch. We streven naar groei en ontwikkeling van Eemshaven en haar omgeving. Want iedereen profiteert mee.

6. Wat we concreet gaan bereiken

Eemshaven:

  • De aanlanding van ’netten op zee’ is grootschalig, met gegarandeerd 4,7 Gigawatt aan energie.
  • We ontwikkelen de Oostpolder als bedrijventerrein met 400 ha voor bedrijven en 200 ha voor de groenblauwe zone.
  • De Eemshaven zorgt voor opwek, transport en gebruik van groene stroom in plaats van stroom via fossiele brandstoffen.
  • In de Oostpolder is ruimte voor energie-infrastructuur zoals bijvoorbeeld het netwerk voor waterstoftoepassingen van Gasunie, het hoogspanningsnetwerk van TenneT en de aanlanding van ‘Netten op Zee’.
  • We ondersteunen bestaande bedrijven met verduurzamen in lijn met het klimaatakkoord: dat wordt zichtbaar in het gebruik van duurzame energie, minder uitstoot van stikstof/fijnstof/licht/geur/geluid en het circulair werken met focus op het bereiken van een negatieve footprint voor de Eemshaven in 2050.
  • De werkgelegenheid groeit door uitbreiding van de Eemshaven. Dit levert circa 3.000 directe en 3.000 indirecte nieuwe banen op in 2050.
  • We stimuleren bedrijven in de Eemshaven om proactief bij te dragen aan de verbetering van de welvaart in de regio. Dit doen we door actieve ondersteuning van de andere strategische doelen van dit programma.
  • We geven duidelijkheid over mogelijke en wenselijke toekomstige ontwikkelingen in de Eemshaven en afbakening (inclusief kansen en bedreigingen) (in 2026).  

Spin-off naar de omgeving:

  • De energie-infrastructuur voor het gebied is behouden en verbeterd. De dorpen en bedrijventerreinen zijn als eerste van het gas af door gebruik van duurzame bronnen uit de Eemshaven.
  • De materiele welvaart is toegenomen (bijvoorbeeld door verbetering van de koopkracht, behoud van onderwijslocaties, werkgelegenheid op peil, meer ruimte voor innovatie). De koopkracht is verbeterd, de scholing is meer gericht, er is meer werkgelegenheid en meer ruimte voor innovatie.
  • Inwoners hebben meer invloed op hun eigen leefomgeving en beleven dat ook zo.
  • We geven een impuls aan andere gebiedsontwikkelingen naast de Eemshaven:
    • We behouden en versterken bestaande ov-verbindingen, een robuust wegennet, verbetering digitale verbondenheid;
    • Het milieu is verbeterd. Er is meer biodiversiteit, minder lichthinder, minder geurhinder, minder stikstofuitstoot, betere waterkwaliteit.
    • De vormgeving van het landschap is verbeterd. Er is meer water, meer gelaagdheid en zonering, meer ruimte voor recreatie in combinatie met andere functies. We maken gebruik van  compensatie voor grote landschappelijke ingrepen.
    • De bestaande toeristische infrastructuur is verbeterd en toegenomen en het culturele landschap is versterkt.
  • De woonomgeving is zichtbaar verbeterd. Er wonen medewerkers van de Eemshaven in onze kernen (10%), er is meer ruimte voor woningen, er is meer ruimte voor het MKB, er is meer ondersteuning voor het lokale MKB en er zijn kwalitatief betere bedrijventerreinen. 

Gezonde kernen in het gebied:

  • Inwoners zijn trotser en meer tevreden over hun woonomgeving.
  • De inwoners hebben meer invloed op hun eigen leefomgeving en beleven dat ook zo.
  • Voorzieningen als winkels, scholen, sport, zorg, verenigingen en recreatie zijn niet alleen gebleven maar ook verbeterd.
  • De centra in de kernen zijn aantrekkelijk. De afstand tot voorzieningen is niet te groot en de voorzieningen zijn bereikbaar.
  • Er is zichtbaar extra ruimte in de kernen voor huisvesting van gewenste doelgroepen. Er zijn meer woningen en het aanbod is diverser. Huisvesting voor tijdelijke medewerkers is centraal gerealiseerd.
  • Woningen zijn toekomstbestendig, karakteristiek en kwalitatief goed.
  • Er is minder vergrijzing onder de inwoners omdat er meer jonge inwoners bij zijn gekomen.
  • Ontwikkelingen in de regio komen ten goede aan huidige bewoners. 

Afbakening: wat wel en wat niet

Elke gekozen afbakening van het programma is arbitrair en zal discussie geven. Toch maken we een afbakening, omdat het programma niet overal over kan gaan. Het gebied bakenen we als eerste af. Het programma Eemshaven+ gaat over het gebied vanaf de Eemshaven tot en met Uithuizen. De kernen waar we aan gaan werken zijn Oudeschip, Roodeschool/Oosteinde, Uithuizermeeden en Uithuizen. Daar is de interactie tussen zeehaven en het omliggende grondgebied het sterkst. Dit betekent overigens niet dat alle genoemde effecten alleen maar in dit gebied merkbaar worden. Restwarmte uit de Eemshaven zal bijvoorbeeld in zowel de kernen langs de N46 als in de stad Groningen gaan landen. We acteren kortom op de bundeling van alle ontwikkelingen in de Eemshaven.

We werken ook aan welvaart, aan brede welvaart en materiële welvaart. We focussen ons op de ‘omgeving’ (haven en woonomgeving) en op het faciliteren van de ontwikkeling van de ‘mens’ in het gebied (voorzieningen). Zo willen we het welzijn van de mens, onze inwoners, positief beïnvloeden. Het programma richt zich nadrukkelijk niet op het individueel welzijn. Dit onderwerp wordt uitgewerkt binnen het programma Transitie Sociaal Domein en het programma Ontwikkelplein. De wijze waarop dit programma met de andere programma’s gaat interacteren en gaat leiden tot gezamenlijke activiteiten laten we zien in de uitwerking van dit programma in 2024. De interactie helpt daarnaast om de verschillende aanvragen voor financiële ondersteuning (Regiodeal en fonds Aanlanding Wind op Zee) extra kracht bij te zetten. Zo gaan we in het brede spectrum van de brede welvaart voor onze inwoners positieve effecten zien op langere termijn.

Onze aanpak en concrete inspanningen in 2024

Nu we doelen hebben benoemd, gaan we beschrijven wat we gaan doen om die doelen te behalen. We focussen ons daarbij eerst op onze activiteiten in 2024. Die activiteiten maken onze ambities concreet. We passen de inspanningen jaarlijks aan in het begin van het lopende jaar. Dan bepalen we ook nieuwe activiteiten voor het komende jaar. Zo blijft het programma actueel en dynamisch. We sturen daarbij concreet op resultaten. Dat doen we via evaluaties op basis van de bestaande P&C cyclus. Elk jaar komen er dus meerder momenten waarin we onze doelen en activiteiten doorlichten en actualiseren.

Bij de start van het programma is richting en sturing nodig op een aantal doelstellingen voordat we concreet kunnen worden in de inspanningen die hierbij horen. Dit betekent dat we in de eerste periode van uitwerking een aantal doelen nader gaan uitwerken tot concrete inspanningen. Om deze reden zijn nog niet voor alle doelstellingen concrete inspanningen opgenomen.

Eemshaven:

  • We ronden de planvormingsfase Oostpolder voor 2026 af.
  • We werken het strategisch kader uit in relatie tot taken/rol GSP
  • We krijgen duidelijkheid in de ruimtelijke claims voor de Eemshaven en Oostpolder
  • We stellen het bestemmingsplan voor de Eemshaven vast
  • We begeleiden trajecten op basis van gemeentelijke regie: vergunningstrajecten, bestemmingsplantrajecten
  • We nemen proactief en doelgericht deel aan bestaande en toekomstig relevante trajecten
  • We doen onderzoek naar de mogelijkheden tot gebruik van restwarmte in het gebied

Spin-off naar de omgeving:

  • We nemen proactief en doelgericht deel aan bestaande en toekomstig relevante trajecten
  • We zijn in gesprek met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties over de kansen en ontwikkelmogelijkheden van het gebied
  • We maken keuzes voor het transportnetwerk van restwarmte uit de Eemshaven, zodat we vol kunnen inzetten op het gebruik van restwarmte in het gebied.

Gezonde kernen in het gebied:

  • Samen met de dorpen werken we dorpsplannen uit. Dat doen we per kern: Oudeschip, Roodeschool en Uithuizermeeden
  • We werken een masterplan kernen voor Uithuizen uit, in het kader van de Strategische Agenda Groningen (STAG)
  • We zoeken meer woningbouwlocaties in de regio
  • We stellen wijkuitvoeringsplannen op voor de warmtetransitie, in afstemming met andere infrastructurele activiteiten en andere maatregelen in het kader van de opgaven voor klimaat en energie

Onze strategie

Ons programma voor groei en ontwikkeling van de Eemshaven en het omliggende gebied is succesvol als iedereen meedoet. Onze inzet is dat wij samen met het netwerk van inwoners, ondernemers, overheden en maatschappelijke partners de weg bewandelen. Dit vraagt zicht op het netwerk en een duidelijke strategie. Hierbij gaan we elke keer vooraf na welke rol we als gemeente hebben en/of welke rol we graag willen vervullen. Op basis hiervan kunnen we de inspanningen verder vormgeven en concretiseren.

Hoe we dit gaan bereiken

  • Als gemeente willen we een sterke spil zijn en worden in het netwerk. Onze rol en bijdrage moet bij alle partijen duidelijk zijn.
  • Als gemeente willen we proactiever zijn en worden in samenwerking met ons netwerk vanuit het publieke belang en bij de realisatie van brede welvaart.
  • We zetten in op actieve participatie met inwoners; we willen dat inwoners meer voelen dat ze invloed hebben op hun leefomgeving.
  • We weten ons beter te profileren in de regio.
  • We hebben beter zicht op verschillende netwerken (kracht/invloed/macht/spelers) en houden dit actueel.
  • Als gemeente treden we op als verbinder tussen schaalniveaus (overheid en bedrijfsleven).
  • We zetten in op meer gebruik van externe financieringsbronnen, zoals bijvoorbeeld Nationaal Programma Groningen (NPG), Just Transition Fund (JTF), regiofondsen, regiodeals en dergelijke.

Wat we hiervoor gaan doen

  • We richten een organisatie in voor meerjarige uitvoering van het programma. 
  • We gebruiken een stakeholdersanalyse en omgeving/netwerkanalyse.  
  • We kennen de bestaande samenwerkingsverbanden en overlegstructuren.
  • We gebruiken onze participatiekanalen optimaal richting onze inwoners.
  • We maken een plan de campagne voor lobby, positiebelang, lobbystrategie. 
  • We hebben zicht op externe financieringsbronnen voor het eigen programma en zorgen voor aanvragen. 

7. Wat gaan we hiervoor doen in communicatie

Samenwerking en communicatie

Als gemeente Het Hogeland staan we niet alleen voor de ontwikkeling van de Eemshaven en het omliggende gebied. We hebben onze inwoners en medeoverheden hard nodig om onze doelstellingen te bereiken. Gelukkig hebben we in veel gevallen dezelfde doelstellingen en willen we ook zoveel als mogelijk met onze externe partners samenwerken aan de realisatie hiervan. Dit vraagt echter meer dan de huidige samenwerking die we meestal hebben op projectniveau. We gaan gebruik maken van een netwerk- en omgevingsanalyse die ons meer structuur geeft in het relevante netwerk. Daar wordt bestuurlijk en ambtelijk actief op ingezet. We willen namelijk op het juiste moment aan de juiste tafels zitten. We willen vooraan in besluitvormingsprocessen zitten en profileren ons hierop. Zo laten we zien dat onze mening en onze wensen belangrijk zijn en ertoe doen.

Strategie

We zetten communicatie in om het toekomstbeeld van het programma te schetsen. Dat doen we niet alleen richting de andere overheden en bedrijven, maar vooral ook naar de inwoners van de omliggende dorpen. Met het programma Eemshaven+ bieden we inwoners handelingsperspectief en de ‘lusten’ die hen zijn beloofd bij de ontwikkeling van de Oostpolder. De Eemshaven, het brengt ons wat, is het motto dat we daarbij gebruiken. Omdat het programma Eemshaven+ een groot beroep zal doen op integrale samenwerking, zetten we sterk in op interne communicatie. Dat doen we via bijeenkomsten, nieuwsbrieven en storytelling.

Doel

Onze extern communicatie is er op gericht om contact en de samenwerking met onze stakeholders te realiseren en te versterken. Daarnaast blijven we werken aan vertrouwen. Direct omwonenden zijn niet blij met de groei van de Eemshaven en wachten al sinds de start van de gebiedsontwikkeling Oostpolder in wat hen dat in positieve zin gaat brengen. De interne communicatie draagt bij aan integrale samenwerking.  

Doelgroepen

Voordat we starten met het programma hebben we de omgeving in beeld gebracht. Dat betekent dat we vanaf de start van het project weten wie de mensen zijn met wie we communiceren, welke rol zij hebben en wat hun houding is ten opzichte van het programma. Dit omgevingsbeeld is een regie instrument voor onze boodschappen, momenten van communicatie en de vorm en inzet van middelen.

Middelen

We gaan veel gebruikmaken van beeld. Om meerdere redenen. Omdat beeld, tekeningen, foto’s, video of infographics sneller aandacht trekken dan tekst. Bovendien werken we aan een toekomstperspectief. Beelden brengen daarbij een bepaalde sfeer en spreken daardoor sneller tot de verbeelding en roepen een emotie op. Hiermee verwachten we dat ook de belangstelling om actief mee te denken toeneemt. We zullen het gebruik van beeld niet alleen inzetten als zender van het programma, maar ook in de interactie. De thematafels van de Oostpolder hebben al laten zien dat beeldend werken stimuleert. Beelden maken zichtbaar wat er mogelijk wordt en brengen een bepaalde emotie. We zetten daarom de informatiebijeenkomsten voor het programma Eemshaven+ voort. In de gesprekken zullen we veel gaan werken met schetssessies.

We hebben bij de start van het programma een beeld dat laat zien wat we beogen met het programma. Niet alleen voor inwoners, maar ook voor andere overheden en bedrijven. We kiezen hierbij voor het middel film. We maken een film waarin de toekomst wordt geschetst. We starten daarbij op 10 juni bij de festiviteiten rondom 50 jaar Eemshaven. Daar hebben we de trailer van de film getoond. Die trailer wordt verder uitgewerkt en is klaar bij de raadsvergadering over het programma en de eerste gesprekken met de andere overheden en dorpen.  

8. Organisatie en besluitvorming

Het meerjarenprogramma dat we voor ogen hebben heeft impact op onze ambtelijke organisatie. Het vraagt bovendien een manier van werken waar we als gemeente nog beperkte ervaring mee hebben. Het programmatisch werken past bij de complexe problematiek waar we als gemeente voor aan de lat staan en tegelijkertijd moeten we leren werken aan deze werkwijze in onze gemeente. Binnen de organisatie hebben we hiervoor het interne programma ‘opgave gericht werken’ opgezet, waarmee we de komende jaren stappen willen zetten: we professionaliseren de programma’s. Alle bestaande en toekomstige programma’s maken onderdeel uit van dit ontwikkeltraject.

Specifiek voor dit programma is een programmateam ingericht: het programmateam Eemshaven+. Er is een programmamanager die het programma aanstuurt. Deze manager is verantwoordelijk voor het realiseren van de tijdelijke opgave, de doelen en de resultaten. Voor de realisatie zetten we in op twee pijlers, namelijk de Eemshaven zelf en de ‘+’ voor de regio. Gezien het complexe speelveld zetten we daarnaast in op beleidsontwikkeling op de sectoren energie, ruimte en economie. Uit deze sectoren wordt informatie opgehaald die nodig is voor de realisatie van de doelen van het programma. Daarbij hoort ook het bijhouden van het relevante netwerk. Uiteraard is er nog een aantal staffuncties, zoals administratieve ondersteuning, communicatie en business control.

Verder zijn aan het programma een bestuurlijke opdrachtgever en een ambtelijke opdrachtgever verbonden. Deze rollen worden hierna omschreven. De uitwerking van governance met bijbehorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze rollen staat in de bijlagen bij het raadsbesluit van 13 december 2023.

Bestuurlijk opdrachtgever

Het programma Eemshaven+ is integraal van opzet en gaat over de meerdere portefeuilles heen. Wethouder Eltjo Dijkhuis is coördinerend portefeuillehouder voor het programma en neemt samen met het voltallige college van B&W de noodzakelijke politieke bestuurlijke besluiten.
De gemeenteraad stelt hiervoor de (financiële) kaders vast. Daarnaast is Wethouder Dijkhuis de bestuurlijk opdrachtgever namens het college B&W en daarmee aanspreekpunt voor de organisatie.

Ambtelijk opdrachtgever

De ambtelijke organisatie ondersteunt het college met deskundigheid. Hierin heeft de ambtelijke organisatie een eigenstandige en onafhankelijke verantwoordelijkheid. De directeur met het aandachtgebied van het ruimtelijk domein treedt op als ambtelijke opdrachtgever van het programma Eemshaven+ en is verantwoordelijk voor de manier waarop uitvoering wordt gegeven aan de bestuurlijke besluiten voor het programma Eemshaven+. Daarnaast draagt de ambtelijk opdrachtgever zorg voor de inzet van de organisatie.

Programmamanager

De programmamanager is verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen en samenhang zoals deze zijn beschreven en vastgesteld in het programmacontract. De programmamanager stuurt de programmaorganisatie aan.

Programmateam

Het centrale programmateam Eemshaven+ zorgt voor de monitoring van de voortgang van het programma, zowel op de doelen als op de inspanningen. Het programmateam verzorgt de rapportages die nodig zijn voor de programmamanager, de ambtelijk opdrachtgever, de bestuurlijk opdrachtgever en de externe partijen. Ook de algemeen ondersteunde zaken vallen hieronder, zoals PMO, beleidsadvisering, communicatie en programma- en project control.

Randvoorwaarden voor het laten slagen van het programma

  • De gemeente moet bestuurlijk en ambtelijk goed gepositioneerd zijn in het relevante netwerk. Als dat niet zo is, heeft dat gevolgen voor de haalbaarheid van de doelen met een afbreukrisico tot gevolg.
  • Er moet voldoende interne en externe mankracht zijn om de doelen te behalen. Als dat niet zo is, beïnvloedt dat de planning en de realisatie van de doelstellingen in de tijd.
  • Planologische procedures moeten op tijd afgerond zijn. Gebeurt dat niet, dan lopen lopende en nieuwe projecten vertraging op.
  • We moeten samenwerken in de regio:, zowel op inhoud, als op het effectief inzetten van personeel;
  • We reserveren extra tijd bij de start van het programma om stakeholders duidelijk te maken hoe een programma werkt. Wie welke rol heeft, wanneer, hoe en langs welke wegen resultaten worden behaald. Dat is nodig, omdat het abstractieniveau van het programma groot is. Inwoners zijn in het algemeen niet gewend aan dit soort werkprocessen en ervaren langdurige programma’s, zo leerde de pilot Wehe-den Hoorn, als ingewikkeld en traag;
  • We besteden veel aandacht aan verwachtingenmanagement. Geloofwaardigheid van het programma is namelijk van belang. Het programma moet in de opstartfase op onderdelen nog nader geconcretiseerd worden. Van belang hierbij is dat we zo snel mogelijk scherpte krijgen in resultaten die op korte termijn geboekt kunnen worden. Mensen willen over het algemeen eerst zien voordat ze geloven. Onze communicatiestrategie is hier nadrukkelijk op gericht de komende periode.

10. Financiën

Er zijn mensen en middelen nodig voor het opzetten van dit programma en het behalen van de doelen. We willen dat zoveel mogelijk doen met mensen uit de interne organisatie, zo lang dat mogelijk is.

De inzet die nu ook gepleegd wordt voor werkzaamheden die onder het programma gaan vallen is gedekt. Deels is er extra ondersteuning nodig voor de interne organisatie in verband met mogelijke splitsing in functies. Ook zullen we op onderdelen capaciteit moeten inhuren. Er moet het nodige worden opgebouwd en er zal wat gewenning moeten optreden met het werken in programma’s binnen de organisatie.

We verwachten in 2024 op stoom te raken met het programma en hebben de capaciteitsvraag opgebouwd vanaf 2024. We zetten in op een voorlopige looptijd van het programma tot en met 2028. Door gebruik te maken van externe financiering vanuit meerdere subsidiebronnen, voorzien we slechts een beperkte extra vraag naar middelen vanuit de bestemmingsreserve ‘opgaven 2022-2026’. In het raadsvoorstel behorende bij dit programmaplan is het e.e.a. nader geduid en uitgewerkt.